Nederlands - Spelling Oefenen
Wiskunde
Engels
Wetenschap en techniek
Kleuters
Eindtermen
Nederlands - Taal
Nederlands - Spelling
Mens en Maatschappij
Tafels
Nederlands - spelling leerjaar 3
Nederlands - spelling leerjaar 2
Nederlands - spelling leerjaar 3
Nederlands - spelling leerjaar 4
Nederlands - spelling leerjaar 5
Nederlands - spelling leerjaar 6
Werkwoorden
Hoorwoorden
Regelwoorden
Weetwoorden
Werkwoorden
Meervouden
Hoofdletters en leestekens
Home
Particulieren
Online oefenen
Prijzen en bestellen
Reviews
Leer- en oefenboeken
Scholen
Online leer- en oefenplatform
Premium werkbladencollectie
Educatieve boeken
Veelgestelde vragen
Over Junior Einstein
Contact
Team
Inloggen
Bestellen
Inloggen
Je hebt javascript niet geactiveerd. Je kunt zonder javascript deze site niet gebruiken.
Werkwoorden
Nederlands - spelling leerjaar 3 - Werkwoorden
In welke tijd staat de zin?
Heel werkwoord
Werkwoordstam
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Tegenwoordige tijd en verleden tijd
Gemengd
Bijzondere werkwoorden
Sterke en zwakke werkwoorden
Klik de werkwoorden aan
In welke tijd staat de zin?
1
Staat de zin in de tegenwoordige tijd of verleden tijd? [1]
nieuw
1
2
Staat de zin in de tegenwoordige tijd of verleden tijd? [2]
2
3
In welke tijd staan de zinnen? [1]
3
4
In welke tijd staan de zinnen? [2]
4
4
Klik de goede zin aan [1]
4
5
Klik de goede zin aan [2]
5
×
Uw browser ondersteunt niet de html5 video tag.
Vul het werkwoord in