Nederlands - Spelling Oefenen
Wiskunde
Engels
Wetenschap en techniek
Kleuters
Eindtermen
Nederlands - Taal
Nederlands - Spelling
Mens en Maatschappij
Tafels
Nederlands - spelling leerjaar 3
Nederlands - spelling leerjaar 2
Nederlands - spelling leerjaar 3
Nederlands - spelling leerjaar 4
Nederlands - spelling leerjaar 5
Nederlands - spelling leerjaar 6
Weetwoorden
Hoorwoorden
Regelwoorden
Weetwoorden
Werkwoorden
Meervouden
Hoofdletters en leestekens
Home
Particulieren
Online oefenen
Prijzen en bestellen
Reviews
Leer- en oefenboeken
Scholen
Online leer- en oefenplatform
Premium werkbladencollectie
Educatieve boeken
Veelgestelde vragen
Over Junior Einstein
Contact
Team
Inloggen
Bestellen
Inloggen
Je hebt javascript niet geactiveerd. Je kunt zonder javascript deze site niet gebruiken.
Weetwoorden
Nederlands - spelling leerjaar 3 - Weetwoorden
Schrijf je -ou(w)- of -au(w)-?
Schrijven [1]
Schrijf je -ei- of -ij-?
Schrijf je -ou(w)- of -au(w)-?
1
Schrijf je een -au- of een -ou-? [1]
1
2
Schrijf je een -au- of een -ou-? [2]
2
2
Schrijf je een -au- of een -ou-? [3]
2
2
Schrijf je een -au- of een -auw? [1]
2
2
Schrijf je een -au- of een -auw? [2]
2
3
Schrijf je een -au- of een -auw? [3]
3
3
Schrijf je een -ou- of een -ouw-? [1]
3
3
Schrijf je een -ou- of een -ouw-? [2]
3
3
Schrijf je een -ou- of een -ouw-? [3]
3
4
Schrijf je een -au-, -auw-, -ou- of -ouw-? [1]
4
4
Schrijf je een -au-, -auw-, -ou- of -ouw-? [2]
4
4
Schrijf je een -au-, -auw-, -ou- of -ouw-? [3]
4
5
Schrijf je een -au-, -auw-, -ou- of -ouw-? [4]
5
×
Uw browser ondersteunt niet de html5 video tag.
Schrijf je -i- of -ie-?