Wat is een voltooid deelwoord?
Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin.
Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer.
→ Ik ben aan het huilen.
Ik heb gehuild
→ Ik ben niet meer aan het huilen. Ik ben weer vrolijk.
Hoe herken je een voltooid deelwoord?
1 | Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge- |
Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge, maar kan ook beginnen met be, ver, ont, of her
aan het begin van een werkwoord. Deze voltooide deelwoorden krijgen dan geen extra ge meer!
ge gewerkt gefietst gehuild gefluisterd |
be bedankt begroet betaald beschermd |
ver verrast verdiept verteld verhuisd |
ont ontdekt ontwaakt ontvoerd ontwikkeld |
her herdenkt herplaatst hersteld herkauwd |
2 | Een voltooid deelwoord eindigt op en, t of d |
Een voltooid deelwoord eindigt meestal op en bij de sterke werkwoorden.
Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een t of d bij de zwakke werkwoorden.
Sterke werkwoorden | |
helpen zingen bevriezen verzinnen ontwerpen |
geholpen gezongen bevroren verzonnen ontworpen |
Zwakke werkwoorden | |
werken bedanken vertellen ontwikkelen herkauwen |
gewerkt bedankt verteld ontwikkeld herkauwd |
Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een t of een d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd). Dus: gefietst, want in de verleden tijd is het: fietsten.
Je kunt natuurlijk ook 't kofschip gebruiken. Lees hiervoor het artikel over 't kofschip.
3 | Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord |
Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord in de zin.
Het hulpwerkwoord is het woord dat verandert als je de zin in een andere tijd zet.
De persoonsvorm dus! De meeste voorkomende hulpwerkwoorden zijn: zijn, hebben en worden.
Tim wordt door de reddingswerkers gezocht. Het vliegtuig is veilig geland. De kinderen hebben erg hard gewerkt op school. In ben van de trap gevallen. |
Een sterk werkwoord in de voltooide tijd is: ge+ stam +en
Een zwak werkwoord in de voltooide tijd is: ge+stam+t of d