De bijzondere werkwoordenworden anders vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden. Er gelden bij deze werkwoorden geen duidelijke regels. Je moet ze gewoon uit je hoofd leren. |
De bijzondere werkwoorden
zijn, hebben, kunnen, zullen, mogen, willen
De vervoegingen van het bijzondere werkwoord zijn lees je hieronder.
Onthouden: zijn
Net zoals bij de sterke werkwoorden veranderen ze van klank in de verleden tijd.
Maar ook in de tegenwoordige tijd worden ze op een andere manier vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden.
Voorbeeldzinnen
...?... (zijn, tt) jij altijd zo lief tegen je moeder?
Antwoord: ben
Jij ...?... (zijn, tt) toch niet alweer te laat?
Antwoord: bent
Hij...?... ( zijn, tt ) de grote winnaar van de wedstrijd.
Antwoord: is
Wij ...?... (zijn, tt) zondag naar de dierentuin geweest.
Antwoord: zijn
Puk ...?... zijn, vt ) toen erg klein.
Antwoord: was
Zij ...?... zijn, vt) allebei weer eens te laat op school.
Antwoord: waren
Antwoord: ben
Jij ...?... (zijn, tt) toch niet alweer te laat?
Antwoord: bent
Hij...?... ( zijn, tt ) de grote winnaar van de wedstrijd.
Antwoord: is
Wij ...?... (zijn, tt) zondag naar de dierentuin geweest.
Antwoord: zijn
Puk ...?... zijn, vt ) toen erg klein.
Antwoord: was
Zij ...?... zijn, vt) allebei weer eens te laat op school.
Antwoord: waren