Nederlands - Spelling Oefenen
Wiskunde
Engels
Wetenschap en techniek
Kleuters
Eindtermen
Nederlands - Taal
Nederlands - Spelling
Mens en Maatschappij
Tafels
Nederlands - spelling leerjaar 4
Nederlands - spelling leerjaar 2
Nederlands - spelling leerjaar 3
Nederlands - spelling leerjaar 4
Nederlands - spelling leerjaar 5
Nederlands - spelling leerjaar 6
Hoorwoorden
Hoorwoorden
Regelwoorden
Weetwoorden
Werkwoorden
Meervouden
Hoofdletters en leesteken
Home
Particulieren
Online oefenen
Prijzen en bestellen
Reviews
Leer- en oefenboeken
Scholen
Online leer- en oefenplatform
Premium werkbladencollectie
Educatieve boeken
Veelgestelde vragen
Over Junior Einstein
Contact
Team
Inloggen
Bestellen
Inloggen
Je hebt javascript niet geactiveerd. Je kunt zonder javascript deze site niet gebruiken.
Hoorwoorden
Nederlands - spelling leerjaar 4 - Hoorwoorden
Schrijf je -ig(e) of -lijk(e)?
Schrijven [1]
Schrijven [2]
Schrijven [3]
Flitsen
Schrijf je be- ge-, ver- of te-?
Schrijf je -ig(e) of -lijk(e)?
2
Schrijf je -lijk of -ig? [1]
2
2
Schrijf je -lijk of -ig? [2]
2
3
Schrijf je -lijk of -ig? [3]
3
3
Schrijf je -lijk of -ig? [4]
3
4
Schrijf je -lijk of -ig? [5]
4
4
Schrijf je -lijk of -ig? [6]
4
×
Uw browser ondersteunt niet de html5 video tag.
Schrijf je -heid, -teit?